kerstent

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ker·stent

Werkwoord

vervoeging van
kerstenen

kerstent

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kerstenen
    • Jij kerstent. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kerstenen
    • Hij kerstent. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kerstenen
    • Kerstent!