kerstboomtheorie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kerst·boom·the·o·rie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerstboomtheorie | kerstboomtheorieën |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de kerstboomtheorie v
- (kerst) een theorie vernoemd naar (de vorm van) een kerstboom