kerkleider

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kerk·lei·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kerkleider kerkleiders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kerkleiderm

  1. (religie) persoon die een leidende functie binnen een kerkgenootschap heeft
     Kerkleider Orlando B. is op Curaçao in hoger beroep veroordeeld tot veertien jaar cel voor het seksueel misbruiken van drie tienermeisjes en vier jonge vrouwen. Ook mag de 54-jarige B. negentien jaar de functie van kerkleider niet uitoefenen.[1]
     De Italiaanse paus Paulus VI, die kerkleider was van 1963 tot 1978, werd vooral bekend door zijn encycliek (een pauselijk document) 'Humanae Vitae' uit 1968. In die encycliek verbood de paus het gebruik van anticonceptiemiddelen. Het ging daarin vooral over de pil, die begin jaren zestig op de markt was gekomen.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2022 Weblink bron “Pastor Curaçao krijgt hogere straf voor ontucht en verkrachting” (Donderdag 18 oktober 2018, 23:00), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2022 Weblink bron “Oscar Romero en paus Paulus VI heilig verklaard” (Zondag 14 oktober 2018, 11:47), NOS