kerkklokje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kerkklokje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɛrəˌklɔkjə / (3 of 4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈkɛr.klɔk.jə/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈkɛr.klɔk.jə/
Woordafbreking
- kerk·klok·je
Zelfstandig naamwoord
het kerkklokje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kerkklok