kerkgemeenschapje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kerkgemeenschapje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɛrəkxəˌmensxɑpjə / (5 of 6 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈkɛrk.χəˌmen.sχɑp.jə/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈkɛrk.ɣəˌmen.sxɑp.jə/
Woordafbreking
- kerk·ge·meen·schap·je
Zelfstandig naamwoord
het kerkgemeenschapje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kerkgemeenschap