keramiste

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ke·ra·mis·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord keramiste keramistes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de keramistev

  1. (beroep) vrouwelijke pottenbakker
    • Actrice-presentatrice Kim-Lian van der Meij blijkt een ervaren keramiste. Onderstaande drinkbekers met gebarsten glazuur zijn namelijk van haar hand. [1] 
    • 'Tijdens een reportage in Tunesië zag ik eens een keramiek-artieste aan het werk', zegt Naessens. 'Daar ging het bij mij kriebelen, en toen heb ik jarenlang een opleiding gevolgd bij keramiste Bie Van Gucht. Intussen heb ik ook een eigen keramieklijn, Pure. Het is fantastisch om je eigen gerechten te eten uit je zelfgemaakte borden.' [2] 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

74 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Tubantia Tom Tates en Suzanne Borgdorff 06-02-19 Nicolette verlangt terug naar eerste liefde en Jan Smit bouwt Taj Mahal na
  2. De Standaard 28/08/2018 door dvg Pascale Naessens stelt haar keramiek tentoon
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be