kentering
Uiterlijk
- ken·te·ring
- Naamwoord van handeling van kenteren met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kentering | kenteringen |
verkleinwoord | - | - |
de kentering v
- (scheepvaart) het omslaan van een schip
- Door het verschuiven van de lading werd de bemanning verrast door een plotselinge kentering.
- het plotseling geheel van richting veranderen
- Ze wachtten op de kentering van het tij.
- overdrachtelijk een fundamentele en diepgaande verandering van de wat normaal beschouwd werd
- Het bereiken van pariteit in de prijzen van fossiele en groene elektriciteit, zoals zonne-energie zal een grote kentering in maatschappelijke verhoudingen leiden.
- Het woord kentering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kentering" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be