keek televisie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • keek te·le·vi·sie
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
televisiekijken

keek televisie

  1. enkelvoud verleden tijd van televisiekijken
    • Ik keek televisie. 
    • Jij keek televisie. 
    • Hij, zij, het keek televisie. 


Gangbaarheid