kazerneren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·zer·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

kazerneren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kazerneren
kazerneerde
gekazerneerd
zwak -d volledig
  1. (militair) in een kazerne te verblijven, in een kazerne laten verblijven
     Megan Dresch ondervond wat dat betekende toen ze in 2001 gekazerneerd werd bij het 230e regiment in Duitsland. Een van haar collega-soldaten verklapte tegen een sergeant dat Dresch lesbienne was. „Hij vroeg of dat klopte en ik zei ja.” De 22-jarige vrouw zegt dat ze wist dat dit haar ontslag betekende. „Toch was ik ontgoocheld. Ik vond het echt leuk in het leger.”[1]
     De grootste vakbond voor defensiepersoneel, VSOA, hoopt dat de opleiding daardoor niet langer duurt. 'En heeft een West-Vlaming die in Leopoldsburg is gekazerneerd daar wel iets aan? Puur regionale opleidingen zouden daarvoor een oplossing zijn.'[2]
     Het gebouw heeft een oppervlakte van ruim 2 ha en kon oorspronkelijk ongeveer 1300 militairen kazerneren.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Homoverbod leger VS ligt onder vuur” (13 juli 2005), Reformatorisch Dagblad
  2. Bronlink Weblink bron
    Tommy Huyghebaert
    “Leger overweegt om rekruten met heimwee thuis te laten slapen” (12/04/2018), De Standaard
  3. Bronlink Weblink bron “Leopoldskazerne” (geraadpleegd 25 mei 2021), Wikipedia