kazerneerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kazerneerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ka·zer·neer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kazerneren |
kazerneerde
- enkelvoud verleden tijd van kazerneren
- Ik kazerneerde.
- Jij kazerneerde.
- Hij, zij, het kazerneerde.
- Ik kazerneerde.