kazakkendraaier

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·zak·ken·draai·er
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kazakkendraaier kazakkendraaiers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kazakkendraaierm

  1. iemand zonder eigen mening; iemand die makkelijk zijn opinie verandert
    • De acteurs van het Vlaamse humoristische programma de Kazakkendraaiers (wiki) besloten dat het tijd was om te onderzoeken hoe gemakkelijk je eigenlijk onder zo’n parkeerboete uit kan komen door in te praten op de parkeerwachters. [2] 
    • ‘Trumps houding doet me aan die van mijn vader en mijn opa denken, allebei militairen: zo denk ik, en als dat je niet bevalt, heb je pech’, zegt Mike Brice, een elektricien die op zijn trui een grote badge draagt van die andere Donald met een grote snater: Donald Duck. ‘Verfrissend, vergeleken met die kazakkendraaiers in Washington. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

22 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen