kattenliefhebber

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kat·ten·lief·heb·ber
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kattenliefhebber kattenliefhebbers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kattenliefhebberm

  1. iemand die veel van katten en poezen houdt
    • Is dat veel, is dat erg? Ik vind van wel. Laten kattenliefhebbers maar bewijzen dat het niet zo is. Ik coördineer in de Krimpenerwaard een project waarin we met 70 erfeigenaren erven geschikter maken voor vogels, waaronder een aantal zeldzame. Ik ben dus geen kattenfan. De 16.000 katten hier eten niet alleen merels en mussen, maar ook af en toe een steenuil (bijna weg bij ons) of een wintertaling (schaarse eendensoort). [1] 
Antoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. NRC aap Graveland 28 oktober 2016