katheter
![]() |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ka·the·ter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | katheter | katheters |
verkleinwoord | kathetertje | kathetertjes |
Zelfstandig naamwoord
katheter m
- (medisch) een buisje dat tijdelijk in een lichaamsholte wordt aangebracht, bijv. om lichaamsvocht op te vangen of een medicijn toe te dienen
- De katheter werd verwijderd.
Schrijfwijzen
- Oude schrijfwijze: catheter (voor 1996)
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een buisje dat tijdelijk in een lichaamsholte wordt aangebracht, bijv. om lichaamsvocht op te vangen of een medicijn toe te dienen
Gangbaarheid
- Het woord katheter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "katheter" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be