kashouder

Uit WikiWoordenboek


rood kruis Op deze pagina ontbreken een of meerdere woorddefinities. Wij vragen u deze toe te voegen voor de compleetheid van dit lemma.

Nederlands

[[afbeelding: |thumb|]]

Uitspraak
Woordafbreking
  • kas·hou·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kashouder kashouders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kashouderm [1]

  1.  De ander was een oude kashouder die vanwege zijn ene oog naar de Romeinse held Codes was vernoemd; die bijnaam had hij te danken aan de jongelui die vroeger in de thans bijna onbewoonde bijenkorf hadden gegonsd, en hij had de geboortenaam van de kashouder zo volkomen verdrongen dat deze waarschijnlijk niet had opgekeken als iemand hem vandaag met die naam had aangesproken.[2]
     Vanwege dat weelderige fonteintje werd het huis ook wel Klein-Versailles genoemd In de conciërge die het hek opendeed, herkende de graaf de gewezen kashouder Codes, maar de herkenning was niet wederzijds.[2]
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. 2,0 2,1
    Alexandre Dumas
    “De graaf van Montecristo” (2007), L.J. Veen op Wikipedia, ISBN 9789020413021