karweitje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  karweitje    (hulp, bestand)
• IPA: / kɑrˈwɛicə / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• kar·wei·tje

Zelfstandig naamwoord

het karweitje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord karwei

Gangbaarheid

• Het woord karweitje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "karweitje" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.