karten
Uiterlijk
- kar·ten
- afgeleid van kart
karten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
karten |
kartte |
gekart |
zwak -t | volledig |
- (sport) racen met karts
- Kyra van Gerven helpt een moeder de kart van haar kind te starten. Sinds het debuut van Max Verstappen in de Formule 1 trekt karten weer aan in Nederland.[1]
- Met name jonge coureurs, vers uit de kartsport, kan Kerkhof veel leren. Als voorbeeld noemt hij het aanleren van een juiste remtechniek. 'In het karten is de techniek compleet anders', zegt hij. 'In een Formule 3-auto moet je trapsgewijs afremmen om de grip optimaal te gebruiken. Het draait om gewichtsverplaatsing. Een supertalentje als Jarno pakt dat na drie ronden in de sim op.'[2]
- Het woord karten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "karten" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ NRC 21 mei 2016
- ↑ Volkskrant Lennart Bloemhof 7 januari 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 86 %