karnen

Uit WikiWoordenboek
Karnen


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kar·nen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
karnen
karnde
gekarnd
zwak -d volledig

Werkwoord

karnen

  1. overgankelijk de langdurige mechanisme bewerking van melk die het melkvet tot boter doet samenklonteren
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

de karnenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord karn

Gangbaarheid

82 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be