kariatide
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ka·ri·a·ti·de
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vrouwenbeeld als zuil’ voor het eerst aangetroffen in 1733 [1]
- uit het Latijn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kariatide | kariatiden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- vrouwenbeeld dat gebruikt wordt als pilaren of pilasters
- Met steeds meer kerktorens die zich aansloten bij het koor van beierende klokken is vrijdagavond in Utrecht voor de vijftiende maal het Holland Festival Oude Muziek ingeluid. Voordien bracht stadsbeiaardier Arie Abbenes vanuit de Domtoren Nederlandse psalmbewerkingen ten gehore en vond de officiële opening plaats van de Winkel van Sinkel. Dit pand aan de Oudegracht met de opvallende kariatiden, de imposante Greikse vrouwenbeelden in de gevel, biedt voortaan onderdak aan drie Utrechtse festivals: Springdance, de Nederlandse Filmdagen en het Festival Oude Muziek. [4]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord kariatide staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kariatide" herkend door:
22 % | van de Nederlanders; |
42 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "kariatide" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ kariatide op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Emile Wennekes 2 september 1996
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be