kappeling
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kap·pe·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van kappen met het achtervoegsel -ling met het invoegsel -e-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kappeling | kappelingen |
verkleinwoord | kappelingetje | kappelingetjes |
Zelfstandig naamwoord
kappeling [1]
- afgehakt stuk hout bij het kappen
Gangbaarheid
- Het woord 'kappeling' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.