kapelaanschap
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ka·pe·laan·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kapelaanschap | kapelaanschappen |
verkleinwoord | kapelaanschapje | kapelaanschapjes |
Zelfstandig naamwoord
- de functie en waardigheid van het kapelaan zijn
- tijdens zijn kapelaanschap ging hij graag op huisbezoek [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'kapelaanschap' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.