kanteldijk

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
kanteldijken aan beide zijden van de snelweg

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kan·tel·dijk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kanteldijk kanteldijken
verkleinwoord kanteldijkje kanteldijkjes

Zelfstandig naamwoord

kanteldijk m

  1. (waterbeheer) waterkering rond de uitgang van een tunnel in een polder, zodat een overstroming van de tunnel niet leidt tot overstroming van de polder en andersom
     De klei die wordt gewonnen wordt ingezet voor de bekleding van een zogenaamde kanteldijk bij de in- en uitgang van de Westerscheldetunnel[1]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17-12-2021 Weblink bron Verontwaardiging over ontgrondingen voor tunnelproject (9-12-2000) in: , blz. 15 kol. 7