kane
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ka·ne
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kanen |
kane
- aanvoegende wijs van kanen
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /kanɛ/
Woordafbreking
- ka·ne
Werkwoord
kane
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord kanout