kandidaatschap
Uiterlijk
- kan·di·daat·schap
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kandidaatschap | kandidaatschappen |
verkleinwoord |
het kandidaatschap o
- het kandidaat zijn
- ▸ Sommige Conservatieven maakten dit vanavond publiekelijk bekend, onder wie oud-minister Jeremy Hunt, die zelf ooit een gooi deed naar het kandidaatschap van de Tories. Hij zei op Twitter dat hij "voor verandering" had gestemd.[2]
- Het woord kandidaatschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Premier Johnson mag aanblijven, overleeft vertrouwensstemming eigen partij” (Maandag 6 juni 2022), NOS