kampeerplek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kam·peer·plek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kampeerplek kampeerplekken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kampeerplekv / m

  1. plaats waar men met een tent kan overnachten
     "In die zin werkt de wet zelfs averechts", vindt de Recron-woordvoerder. "Jongeren zien de kampeerplek als een safe haven waar ze wel samen kunnen drinken en dat leidt soms tot treitergedrag, met opgestapelde kratten bier die de grens aangeven tussen privéterrein en openbare ruimte." Hoeveel inspanning van een campingeigenaar wordt verwacht om tegen dit soort toestanden op te treden, moet volgens Recron nog juridisch worden getoetst.[1]
     Tientallen reddingswerkers, politieagenten en vrijwilligers kamden de afgelopen dagen het gebied rond de camping uit. Door slechte weersomstandigheden was het lastig zoeken. Drie kilometer van de kampeerplek werd Luke in het bos gezien door een politiehelikopter.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2022 Weblink bron
    Ardi Vleugels
    “Biertje op de camping vaak gedoogd” (Vrijdag 1 augustus 2014, 17:01), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2022 Weblink bron “Autistische jongen overleeft vier dagen in bos” (Dinsdag 7 april 2015, 14:10), NOS