kampeercarnet
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kam·peer·car·net
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kampeer ww en carnet zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kampeercarnet | kampeercarnets |
verkleinwoord | kampeercarnetje | kampeercarnetjes |
Zelfstandig naamwoord
het kampeercarnet o
- een (internationaal erkende) identiteitskaart voor kampeerders
Gangbaarheid
- Het woord 'kampeercarnet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.