kaltstellen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kalt·stel·len
Woordherkomst en -opbouw
  • van Duits  kaltstellen ww  [2], voor het eerst aangetroffen in 1916 (in een Duitse politieke context), zie hieronder.
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kaltstellen
/ˈkɑltstɛlə(n)/
stelde kalt
/ˈstɛldə kɑlt/
kaltgesteld
/ˈkɑltxəˌstɛlt/
zwak -d volledig vernederlandst
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kaltstellen
/ˈkɑltʃtɛlə(n)/
stellte kalt
/ˈʃtɛltə kɑlt/
kaltgestelt
/ˈkɑltɡəʃtɛlt/
zwak -t volledig oorspronkelijk

Werkwoord

kaltstellen

  1. (politiek), overgankelijk monddood maken, m.n. de (politieke of culturele) invloed van iemand verminderen dan wel elimineren
    • De krant wilde de man met ongemakkelijke standpunten kaltstellen. 
      Eerst tien jaren later is de brief van 10 December 1858 aan Malwine bekend geworden, n.l. in Hesekiel's ‘Buch vom Grafen Bismarck (1868)’, maar de spraakmakende gemeente in Duitschland heeft er toen ook terstond de hand op gelegd. Kaltstellen doet men iemand, als men hem tijdelijk of voorgoed uit zijn kring van politieken invloed verwijdert en aldus machteloos maakt.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 8 november 2021 Weblink bron “kaltstellen” op vrttaal.net
  2. kaltstellen op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink Weblink bron
    Arnoldus Wilhelmus Stellwagen
    Gevleugelde woorden van Bismarck in: Onze Eeuw op Wikipedia, Jaargang 16 (1916), De erven F. Bohn, Haarlem, p. 261 op www.dbnl.org op Wikipedia


Duits

Uitspraak
  • IPA: / ˈkaltˌʃtɛlən /
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kaltstehen
stellte kalt
kaltgestellt
volledig

Werkwoord

kaltstellen

  1. iets naar een koelere plek brengen
  2. (figuurlijk) (informeel) de invloed van iemand verminderen, monddood maken, "kaltstellen"