kalenderleeftijd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·len·der·leef·tijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kalenderleeftijd kalenderleeftijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kalenderleeftijdm

  1. leeftijd van iemand volgens de officiële tijdrekening
    • Hiv-patiënten verouderen sneller dan normaal. Uit analyse van hun DNA blijkt dat hun biologische leeftijd gemiddeld met vijf jaar hoger is dan hun kalenderleeftijd. De veranderingen in het DNA lijken op te treden direct na de infectie, en zijn dus waarschijnlijk niet het gevolg van de medicijnen maar van het virus zelf. [1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. NRC 26 april 2016