kafkaësk

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kafkaësk    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌkɑfkaˈɛsk / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• kaf·ka·esk

Woordherkomst en -opbouw

• eponiem met het achtervoegsel -esk afgeleid van de familienaam van de 20e-eeuwse Tsjechische schrijver F. Kafka , gespeld met een kleine letter volgens spellingregel 16.D

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	kafkaësk	kafkaësker	kafkaëskst
verbogen	kafkaëske	kafkaëskere	kafkaëskste
partitief	kafkaësks	kafkaëskers	-

Bijvoeglijk naamwoord

kafkaësk

1. in een onbegrijpelijke en dreigende sfeer waar je geen invloed op hebt, vaak als gevolg van bureaucratie en een zinloze, desoriënterende en nachtmerrieachtige complexiteit

   • de omgang met de bank kreeg voor de nabestaanden steeds meer kafkaëske trekjes 

   ▸ De reden van zijn arrestatie was op zichzelf al kafkaësk: hij kon geen gehoor geven aan een meldingsplicht na een eerdere voorwaardelijke veroordeling omdat hij in Duitsland herstellende was van de zenuwgasaanval die hem vijf maanden geleden bijna het leven had gekost.

   • In de film volgt Novikova een groep Russische mensenrechtenadvocaten, die het in kafkaëske rechtszaken opnemen tegen de Russische staat. Onder het regime van Vladimir Poetin, die zich vorig weekend op frauduleuze wijze van een vijfde presidentiële termijn verzekerde, is de onafhankelijke rechtspraak vrijwel verdwenen en worden onafhankelijke advocaten steeds vaker zelf vervolgd  

Synoniemen

• kafka-achtig, kafkaiaans

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord kafkaësk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kafkaësk" herkend door:

62 %	van de Nederlanders;
53 %	van de Vlamingen.