kadi
Uiterlijk
- ka·di
- Leenwoord uit het Arabisch, in de betekenis van ‘rechter’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1653 [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kadi | kadi's |
verkleinwoord | - | - |
- (juridisch) islamitisch rechter die op grond van de sharia, de islamitische wetgeving, oordeelt
- Het woord kadi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kadi" herkend door:
20 % | van de Nederlanders; |
15 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "kadi" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ kadi op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be