kademuur

Nederlands

kademuur

Uitspraak

• Geluid:  kademuur    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ka·de·muur

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  kade zn  en  muur zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kademuur	kademuren
verkleinwoord	kademuurtje	kademuurtjes

Zelfstandig naamwoord

de kademuur m

1. (waterbeheer) muur die een gracht begrenst; muur langs het water

   ▸ Enkele lantaarns verlichtten de haven, waar een paar achtergebleven vissersboten lagen te schuren tegen de autobanden aan de kademuur.

   ▸ Een ingestort stuk kademuur bij de Nassaukade in maart vorig jaar

Synoniemen

• kaaimuur, havenmuur

Vertalingen

    1. muur die een gracht begrenst; muur langs het water   

Engels: quay wall (en), quaywall (en)

Gangbaarheid

• Het woord kademuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.