kabinetsvorming

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·bi·nets·vor·ming
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kabinetsvorming kabinetsvormingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kabinetsvormingv

  1. (politiek) het samenstellen van een ministerraad in de periode tussen de verkiezingen voor de Tweede Kamer en de beëdiging van het kabinet door de koning in deze periode handelt het demissionaire kabinet de lopende zaken af zonder nieuwe beleid te maken
    • 'De financiële en economische crisis die de wereld in haar greep houdt sinds 2008, raakt ook Nederland hard. Economische herstel volgt niet vanzelf. De opening van het parlementaire jaar vindt plaats in een periode van kabinetsvorming. Maar de aanpak van urgente problemen duldt geen uitstel.' [2] 
    • Bij het overleg over een nieuw kabinet zal morgen de gaswinning een van de gespreksonderwerpen zijn. De formatie was drie weken onderbroken voor vakantie. Onderhandelaars van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie hervatten morgen hun overleg over de kabinetsvorming. [3] 
    • Opvallend was dat Rutte niet alleen de ChristenUnie en de PvdA noemde als mogelijkheid om een kabinet mee te vormen, maar ook de SP. Dat, terwijl de partij van Emile Roemer de VVD eerder al heeft uitgesloten van kabinetsvorming. De PvdA heeft evenmin zin in regeren. Rutte heeft wel andermaal aangegeven dat hij een ’stabiel meerderheidskabinet’ wil. [4] 

Gangbaarheid


Verwijzingen