kabelverdeelkast

2. Kabelverdeelkast (links) en een ROP (rechts)

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  kabelverdeelkast    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌkabəlvərˈdelkɑst / (5 lettergrepen)

Woordafbreking

• ka·bel·ver·deel·kast

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  kabel zn  en  verdeelkast zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	kabelverdeelkast	kabelverdeelkasten
verkleinwoord	kabelverdeelkastje	kabelverdeelkastjes

Zelfstandig naamwoord

de kabelverdeelkast v / m

1. (elektrotechniek) straatmeubel waarin elektriciteit over verschillende stroomdraden wordt verdeeld

   ▸ Ook getoond worden een elektrische fiets uit 1932 (actieradius: 70 kilometer) en een nu zeldzame kabelverdeelkast die in 1990 bij de aanleg van de nieuwe spoorwegtunnel in Rotterdam zomaar uit het zand opdook.

2. (telecommunicatie) doos waarin een binnenkomend signaal over verschillende aansluitingen wordt verdeeld

   • Elk telefoonaansluitpunt is primair verbonden aan een kabelverdeelkast die alleen voor een bevoegde monteur toegankelijk is. 

Vertalingen

    1. straatmeubel waarin elektriciteit over verschillende stroomdraden wordt verdeeld   

Duits: Kabelverteilerkasten (de) m, Kabelverteilerschrank (de) m

Limburgs: lektrikkas (li) m, klódderkas (li) m

Gangbaarheid

• Het woord 'kabelverdeelkast' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.