kabelaring
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kabelaring (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ka·be·la·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Portugees, in de betekenis van ‘kabeltouw’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1652 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kabelaring | kabelarings |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (scheepvaart) een relatief kort stuk dik kabeltouw dat in de scheepvaart gebruikt wordt om andere trossen zoals een ankertros of zware sleeptros binnen te halen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord kabelaring staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ "kabelaring" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ kabelaring op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).