kaartlezen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kaart·le·zen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

kaartlezen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kaartlezen
(las kaart)
(kaartgelezen)
klasse 5 volledig
  1. het bestuderen van een landkaart, meestal om de goede weg te kunnen vinden bij een reis
    • Kunnen we ons richtingsgevoel missen? McKinlay vindt het te vroeg om op de GPS-apparaatjes te vertrouwen. Op aarde kan het signaal worden gestoord. En het zijn systemen die veel geld kosten. Complexe systemen hebben vaardige gebruikers nodig, vindt McKanlay: scholen moeten onderwijs geven in kaartlezen.[1] 
    • Het door Balduk genoemde aantal, 20.000 woorden voor de gemiddelde vrouw tegenover een schamele 7.000 voor de man, werd in 2006 genoemd op de achterflap van het boek De vrouwelijke hersenen van Amerikaanse wetenschapper Louann Brizandine. Het taalblog Language Log probeerde toentertijd al te achterhalen wat de bron was van deze bewering en vond wel talloze boeken, artikelen en interviews waarin wordt beweerd dat uit 'onderzoek' zou blijken dat vrouwen een x aantal woorden meer spreken dan mannen (onder andere in het populaire boek Waarom mannen niet luisteren en vrouwen niet kunnen kaartlezen), maar nergens een verwijzing naar een concrete wetenschappelijke bron die dat daadwerkelijk kon onderbouwen.[2]  
  2. het decoderen van ponskaarten
  3. de toekomst voorspellen met behulp van speelkaarten
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. NRC 31 maart 2016
  2. Volkskrant Jennie Barbier 27 augustus 2015,
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be