křičí

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /kr̝̊ɪtʃiː/
Woordafbreking
  • kři·čí

Werkwoord

křičí

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord křičet
  2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord křičet