justitie
Uiterlijk
- jus·ti·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘rechterlijke macht’ voor het eerst aangetroffen in 1276 [1]
- [2]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | justitie | - |
| verkleinwoord | - | - |
de justitie v
- (regering) de macht waar binnen een territoriaal gebied de rechtspraak aan toegewezen is
- Dit is duidelijk een zaak voor justitie.
- ▸ De Nederlandse minister van Justitie, Van Weel, ontmoette paus Franciscus gisteren nog. "Een heel bijzonder moment", schrijft Van Weel op X. Ook hij noemt de dood van de paus verdrietig nieuws. "Mijn gedachten zijn bij allen die geraakt zijn door zijn overlijden."[3]
- Het woord justitie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "justitie" herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "justitie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ justitie op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron “Bedroefde reacties op dood van paus: 'Miljoenen mensen geïnspireerd'” (21 april 2025), NOS - ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Regering in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %