juniorenteam

Nederlands

juniorenteam

Uitspraak

• Geluid:  juniorenteam    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ju·ni·o·ren·team

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  junior zn  en  team zn  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	juniorenteam	juniorenteams
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het juniorenteam o

1. (sport) team met jonge spelers

   ▸ Visser maakt al deel uit van het BMW juniorenteam. Ervaring met het rijden van Formule-auto's heeft ze eerder al opgedaan. "Ik reed in het GT4-circuit, het was dus weer even wennen aan de Formule-auto's. Ik moest snel in mijn ritme zien te komen. Dat is gelukt."

   ▸ Kuijt zette in 2017 een punt achter zijn loopbaan. Hij bezorgde Feyenoord in zijn laatste wedstrijd met een hattrick de landstitel. Hij liep daarna een jaar mee met technisch directeur Martin van Geel en begon vorig jaar als trainer van het hoogste juniorenteam.

Gangbaarheid

• Het woord juniorenteam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.