jokdorpel

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Bouw schutsluis Vianen, 1885. De jokdorpel ligt achterin in de kolk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jok·dor·pel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jokdorpel jokdorpels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

jokdorpel m

  1. (waterbeheer) natuurstenen balk waarover de sluisdeuren draaien aan het einde van een sluiskolk
     Door herhaalde peiling bleek het eindelijk dat zich onmiddelijk [sic!] boven het midden van den jokdorpel in de ter plaatse met basalt bezette schutkolk, een gat had gevormd van pm. 1 M2. vierkant en 0.90 M. diepte.[4]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. jokdorpel op website: Etymologiebank.nl
  4. Bronlink geraadpleegd op 17-12-2021 Weblink bron De onderloopsheid van het Nanninga verlaat en hare herstelling (24-11-1888) in: , jrg. 3 nr.47, KIvI, blz. 405 kol. 1