joep
Niet te verwarren met: Joep |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- joep
Woordherkomst en -opbouw
Tussenwerpsel
joep
- bij een plotselinge beweging na het verzamelen van kracht
- ▸ Tom zag de back, hij zag Eddy rechts van zich gaan..... joep, een zetje naar rechts, en juist op het laatste moment lag de bal voor Ed's voeten.[2]
Werkwoord
vervoeging van |
---|
joepen |
joep
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van joepen
- Ik joep.
- gebiedende wijs van joepen
- Joep!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van joepen
Opmerkingen
- Er is ook een zelfstandig naamwoord joepen dat alleen in het meervoud wordt gebruikt.
Gangbaarheid
- Het woord joep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "joep" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
41 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Hoe de Katjangs op de kostschool van Buikie kwamen.”, 3e druk (1952), H.J.W. Becht, Amsterdam, p. 255
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie RoyKusters“Pompje? : reactie 17:33:53” (3 oktober 2004) op circuitsonline.net
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Klanknabootsing in het Nederlands
- Tussenwerpsel in het Nederlands
- Trefwoorden in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 63 %
- Prevalentie Vlaanderen 41 %