jingo
Uiterlijk
- jin·go
- afleiding van by jingo [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jingo | jingo's |
verkleinwoord |
de jingo m
- een fanatieke, dweepzieke, oorlogszuchtige Engelse nationalist
jingo
- Het woord 'jingo' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jingo" herkend door:
22 % | van de Nederlanders; |
21 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ jingo op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be