jeví

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • je·ví

Werkwoord

jeví

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord jevit
  2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord jevit