jeugdvereniging

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jeugd·ver·eni·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jeugdvereniging jeugdverenigingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

jeugdvereniging v [1]

  1. (onderdeel van) een organisatie waar jongeren lid van kunnen worden
     Het enige wat fout was aan de vrouwelijke kameraden was hun make-up, ze zagen er eerder uit als nozemmeisjes dan als meisjes van de sociaaldemocratische jeugdvereniging.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044633535