jednotka

Uit WikiWoordenboek


Slowaaks

Uitspraak
  • IPA: /jɛdnɔtka/
Woordafbreking
  • jed·not·ka
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het telwoord jeden met het achtervoegsel -ka

Zelfstandig naamwoord

jednotka v

  1. één; het getal
  2. (eenheid) eenheid; maat waarin hoeveelheden worden uitgedrukt
  3. eenheid; bij elkaar horend geheel met kenmerkende eigenschappen
  4. (militair) eenheid, legereenheid; een militaire eenheid in het leger
Synoniemen
  1. –
  2. –
  3. složka v, útvar monbezield
  4. –
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties

Meer informatie


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • jed·not·ka
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het telwoord jeden met het achtervoegsel -ka

Zelfstandig naamwoord

jednotka v

  1. één; het getal
  2. (eenheid) eenheid; maat waarin hoeveelheden worden uitgedrukt
  3. eenheid; bij elkaar horend geheel met kenmerkende eigenschappen
  4. (militair) eenheid, legereenheid; een militaire eenheid in het leger
Verbuiging
  enkelvoud meervoud
nominatief jednotka jednotky
genitief jednotky jednotek
datief jednotce jednotkám
accusatief jednotku jednotky
vocatief jednotko jednotky
locatief jednotce jednotkách
instrumentalis jednotkou jednotkami
Synoniemen
  1. jednička v
  2. míra v
  3. složka v, útvar monbezield
  4. vojenská jednotka v
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
Verwante begrippen

Meer informatie

Verwijzingen

Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=jednotka&oldid=4235220"