jeansvest

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  jeansvest    (hulp, bestand)

• IPA: / ˈdʒinsfɛst / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• jeans·vest

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  jeans bn  en  vest zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	jeansvest	jeansvesten
verkleinwoord	jeansvestje	jeansvestjes

Zelfstandig naamwoord

het jeansvest o

1. jasje gemaakt van spijkerstof, deel van een spijkerpak

   • De gekende jeansvest, Levi’s Trucker Jacket, werd dit jaar vijftig en kreeg daarom een nieuwe look. Ook de studenten van het KASK mochten het kledingstuk restylen, nadat eerder Solange, Snoop Dogg en Justin Timberlake de jas al onder handen namen.  
   • Op de vragen of hij bijna vier jaar geleden als president de openingsreceptie bijwoonde, was zijn antwoord 'ik was een genodigde. Ik was toen gekleed zoals nu’, waarmee M. bedoelde in een verkreukelde jeansvest. Nochtans hadden verschillende getuigen duidelijk gezien dat er Hells Angels met hun gilets en colors aanwezig waren.  
   • Op het moment van haar verdwijning droeg Milène een zwart jeansvest, een bordeaux jeansbroek, een roze blouse en donkere sportschoenen van het merk Converse.  

Vertalingen

    1.   

Engels: denim jacket (en)

Gangbaarheid

• Het woord jeansvest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jeansvest" herkend door:

81 %	van de Nederlanders;
94 %	van de Vlamingen.