jazzcafé

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Wim Koopmans bij jazzcafé Bird
Uitspraak
Woordafbreking
  • jazz·ca·fé
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jazzcafé jazzcafés
verkleinwoord jazzcafeetje jazzcafeetjes

Zelfstandig naamwoord

het jazzcaféo

  1. een uitgaangsgelegenheid waar men (live) jazzmuziek kan beluisteren
    • We keren tijdens het gesprek een paar keer terug naar de eighties. Dat komt ook door onze fotosessie in het Brusselse jazzcafé L’Archiduc, waar ze in die tijd vaak met vrienden iets ging drinken. ‘Er zaten toen vooral oude mensen en we hebben uren zitten brainstormen of we de bar niet samen konden kopen, omdat we bang waren dat hij zou verdwijnen.’ Uiteindelijk werd de bar verkocht, maar het unieke interieur werd niet veranderd.[1] 
    • Hij oogde alsof hij kwam vertellen over een optreden in dat donkere jazzcafé in het morsige gedeelte van Lissabon. In een zwarte gebreide trui met zijn haar in een nonchalant bijeengestoken knotje staarde Salvador Sobral naar de menigte journalisten die hem in de Oekraïense nacht omzoomde.[2] 
    • Dizzy bestaat 40 jaar en dat nodigt uit tot een duik in het heden en verleden van dit roemruchte jazzcafé.[3] 
Hyperoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. de Standaard 10 NOVEMBER 2017
  2. Tubantia Stefan Raatgever 15-MEI-2017
  3. NRC Caspar Naber 26 januari 2017
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be