jaser
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Frans
Uitspraak
Werkwoord
jaser
- (spreektaal) roddelen [1]
- (spreektaal) babbelen, kletsen
- «Marie et Christine ne font que jaser.»
- Marie en Christine zitten de hele tijd te kletsen. [1]
- «Marie et Christine ne font que jaser.»