jarter

Uit WikiWoordenboek

Frans

Uitspraak

Werkwoord

jarter

  1. (spreektaal) verwijderen, wegnemen
    «Cette nana, je l’ai jartée de mon carnet d’adresse.»
    Ik heb die meid uit mijn adresboek gehaald. [1]
  2. (spreektaal) eruit zetten
    «La dernière fois qu’on a été en boîte, on s’est fait jarter
    De laatste keer dat we in een danstent waren, hebben ze ons eruit geknikkerd. [1]
  3. (spreektaal) vertrekken
    «Si j’ai pas une augmentation, je jarte de cette boîte.»
    Als ik geen opslag krijg, ben ik weg uit deze tent. [1]

Verwijzingen