jarige

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ja·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van jarig met het achtervoegsel -e.
enkelvoud meervoud
naamwoord jarige jarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de jarigev / m

  1. iemand die jarig is
    • Hij bracht een bloemetje voor de jarige. 
  2. iemand die een bepaalde leeftijd heeft
    • Dit spel is voor 6- tot 10-jarigen. 
Hyponiemen
Vertalingen

Bijvoeglijk naamwoord

jarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van jarig
     Twee jaar eerder was er op dit stuk trail nog een 19-jarige jongen overleden aan de gevolgen van een zonnesteek.[1]

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be