jansaliegeest

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  jansaliegeest    (hulp, bestand)
• IPA: / jɑnˈsaliˌɣest / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• jan·sa·lie·geest

Woordherkomst en -opbouw

• eponiem gebruikt door de 19e-eeuwse Nederlandse schrijver
  E.J. Potgieter
  in zijn verhaal Jan, Jannetje en hun jongste kind, een samenstelling van  jansalie zn  en  geest zn , op te vatten als samenstelling van  Jan Salie en "
  fictief persoon met een slap, saai karakter
  in verhalen van verschillende auteurs"  en  geest zn "karakter" 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	jansaliegeest	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

jansaliegeest m

1. lamlendige houding

   • Hij verwacht van de burgers niet anders dan een jansaliegeest. 

   ▸ Zo bespeurt het IMF in een rapport bij de grootste duizend wereldbedrijven een soort renteniersmentaliteit die Nederlanders met historische kennis zal doen denken aan de jansaliegeest uit de negentiende eeuw. Vele wereldconcerns blijken de verleiding niet te kunnen weerstaan om wat achterover te leunen, want alleen al door hun omvang kunnen ze hogere marges afdwingen.

Gangbaarheid

• Het woord jansaliegeest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.