jambalaya

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

kip jambalaya
Uitspraak
Woordafbreking
  • jam·ba·la·ya
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jambalaya
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de jambalayam

  1. (voeding) rijstschotel die ontstaan is in de Creoolse en Cajunse keuken in Louisiana (Verenigde Staten). Het gerecht is van oorsprong een afgeleide van het Spaanse rijstgerecht paella.
    • Bij thuiskomst woensdagavond rook de keuken naar kip jambalaya. Een heerlijk doordringende geur. Het leek wel alsof de afzuigkap (bewust) niet aan was gezet. [1] 
    • Voorafgaand aan de simulatiemissie was een oproep gedaan voor bruikbare recepten waarin, vanwege de lange houdbaarheid, het ingeblikte vleesproduct Spam was verwerkt. De onderzoekers aten onder meer een spamversie van het rijstgerecht jambalaya en gebakken rijst en noedels met Spam. [2] 
    • De Chinese noodleketen Dazzling Noodles heeft een deel van zijn keukens al ingeruimd voor de Foxbot. De robotarm kan binnen luttele minuten grote bonken deeg veranderen in perfect gesneden noodles. Een volledig geautomatiseerde minikeuken bestaat ook al. Spyce kitchen kan curry's en een shrimp jambalaya produceren zonder dat er een mens aan te pas komt. [3] 

Gangbaarheid

74 % van de Nederlanders;
60 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen